Over Siciliaanse wijnen
Sicilië is geen eiland. Het is een continent. Althans, zo voelt het als je je verdiept in de veelheid aan landschappen, klimaten en wijnstijlen die dit grootste eiland van de Middellandse Zee voortbrengt. Van de vulkanische hellingen van de Etna tot de kalkplateaus van de westkust, van de zanderige gronden rond Vittoria tot de koele bries van natuurgebieden als Gorghi Tondi: elk gebied vertelt zijn eigen verhaal in het glas.
Decennialang werd Siciliaanse wijnbouw vooral in verband gebracht met bulkwijn en versterkte wijnen als Marsala. Maar die tijd is voorbij. Vandaag de dag is Sicilië een van de spannendste wijnregio’s van Europa. Niet omdat het alles opnieuw heeft uitgevonden, maar omdat het met open blik terugkeek naar zijn eigen bodem, druivenrassen en tradities. De renaissance van Siciliaanse wijn is er een van herontdekking én precisie.
Neem de Etna, waar oude nerello mascalese-wijngaarden op duizelingwekkende hoogte staan aangeplant op zwarte lavagrond. Hier proeven we Siciliaanse wijn zoals die zelden was: rank, mineraal, nerveus — eerder verwant aan Bourgogne dan aan Zuid-Italië. Tegelijk zijn deze wijnen volkomen eigen, met hun karakteristieke aroma’s van zure kers, rozen en vuursteen.
Verder naar het zuiden, in Vittoria, wordt de frisheid gezocht in de bodem en het klimaat: rode zandgrond en de invloed van de zee temperen hier de warmte. De wijnen van Cerasuolo di Vittoria (de enige DOCG van Sicilië) tonen een lichtere, meer florale kant van het eiland. Ze zijn levendig, sappig, bijna speels en tegelijk verrassend serieus in hun complexiteit.
En dan is er het westen, waar Tenuta Gorghi Tondi zich bevindt, in het hart van het WWF-natuurreservaat Lago Preola e Gorghi Tondi. Hier is de uitdaging een andere: hoe breng je elegantie in een gebied dat gedomineerd wordt door zon, wind en kalksteen? Gorghi Tondi bewijst dat het kan. Hun wijnen van grillo, zibibbo, nero d’Avola en zelfs internationale druivenrassen zijn fris, exact en transparant. Ze maken geen lawaai, maar spreken duidelijk. Hier geen overrijpe wijnen of vermomde technologie, maar een precisie die het terroir laat spreken.
Wat alle Siciliaanse topwijnen verbindt, is een diep respect voor de eigen druivenrassen. Of het nu gaat om catarratto, inzolia, carricante of nerello cappuccio: men is afgestapt van de gedachte dat internationale druiven de toekomst zijn. Sicilië heeft genoeg aan zichzelf.
Dat maakt het eiland vandaag zo fascinerend: het biedt een veelheid aan stijlen — vulkanisch, maritiem, mediterraan, kalkrijk, zanderig — zonder zijn identiteit te verliezen. Siciliaanse wijn is niet uniform, maar divers, gelaagd en authentiek. Van de haast bergachtige finesse van de Etna tot de ingetogen elegantie van Gorghi Tondi: het is een wijnlandschap dat blijft verrassen.
Lees hier meer over druivenrassen op Sicilië: